Fagelstraat 17 – familie Mohr

Stolpersteine
volgende stenen

Op 15 juni 2022 werd drie Stolpersteine geplaatst bij Fagelstraat 17 voor:

Adolf Mohr, geboren 1 februari 1872 te Lemberg, gedeporteerd 18 januari 1944 uit Westerbork en 28 oktober 1944 uit Theresienstadt, vermoord 30 oktober 1944 te Auschwitz.
Gabriele Mohr-Kaufmann, geboren 13 januari 1886 te Kaplitz, gedeporteerd 18 januari 1944 uit Westerbork en 28 oktober 1944 uit Theresienstadt, vermoord 30 oktober 1944 te Auschwitz.
Herta Theresa Mohr, geboren 1914, gedeporteerd 25 januari 1944 uit Westerbork, bezweken 15 april 1945* te Bergen-Belsen.

 

Herta Mohr (foto: universiteit Leiden)

 

 

Er is geen familie gevonden, maar er zijn wel betrokkenen van de Universiteit Leiden, het Rijksmuseum van Oudheden en enkele Egyptologen vanwege werkzaamheden van Herta Mohr in haar studietijd. Daarnaast was zij lid van studentenvereniging Augustinus.

De stenen werden geplaatst door enkelen uit deze groep van betrokkenen:
Sebastiaan Berntsen plaatste de steen voor Adolf Mohr.
Regina Grüter plaatst de steen voor Gabriele Mohr-Kaufmann.
Sifra van Ham plaatste de steen voor Herta Theresa Mohr.

 

Gesproken woorden bij de steenplaatsing door Sebastiaan Berntsen over de familie Mohr:

Geachte aanwezigen,

Fagelstraat 17, het adres van de Weense artsenfamilie Mohr: vader Adolf Mohr, moeder Gabriele Mohr-Kaufmann en dochter Herta Theresa Mohr. Ik wil hier een kort verslag doen van wat hen overkomen is.

Dokter Adolf Mohr werd op 1 februari 1872 geboren in Lemberg, het huidige Lviv, in de Oekraïne,-toen nog Galicië-, behorend tot het Oostenrijks-Hongaarse Keizerrijk. Vanaf 1902 hield hij praktijk in Wenen, mogelijk had hij ook patiënten aan het Weense hof. In de Eerste Wereldoorlog maakte Adolf Mohr zich zo verdienstelijk in de medische zorg aan het Oostelijk front dat hij onderscheiden werd met het Goldenes Zivilverdienstkreuz. Het gezin Mohr ontvluchtte eind jaren dertig het vaderland en zij vestigden zich als joodse statenlozen in Nederland. Dokter Mohr praktiseerde eerst in Den Haag en Rotterdam voordat hij naar de Leidse Fagelstraat verhuisde, waar Herta zich bij haar ouders voegde. Op 4 september 1940 verordonneerde de bezetter dat niet-Nederlandse joden binnen 5 dagen het westen van Nederland, – de kuststrook-, moesten hebben verlaten. Zo belandden Vader en Moeder Mohr in Den Bosch, vandaaruit werd het Westerbork, Theresienstadt in januari 1944 en uiteindelijk, op 30 oktober 1944, werden zij vermoord in Auschwitz… We weten dat Adolf Mohr geprobeerd heeft om vanwege gezondheidsproblemen in villa Bouchina te Doetinchem te worden opgenomen om zo deportatie te voorkomen. Er is ook op hoog niveau vanuit Wenen geprobeerd om deze verdienstelijke dokter op een Sperrliste te krijgen. Het mocht niet baten, zijn onderscheiding bleek slechts goed voor een kort uitstel van het einde voor hem en zijn vrouw in het doorgangskamp Theresienstad.

Van Gabriele Mohr-Kaufmann, geboren op 13 januari 1886 in het Boheemse Kaplitz, weten we – zonder uitgebreid archievenonderzoek – nog erg weinig. Een constatering die voor veel Holocaustslachtoffers opgaat en voor vrouwen in het bijzonder. Feit is dat Gabriele in haar rol als moeder en echtgenote in dit gezin dermate succesvol was dat haar dochter, Herta, zich kon ontwikkelen tot een nog veelbelovende academica.

Herta Theresa Mohr werd geboren in Wenen op 24 april 1914. Aanvankelijk studeerde ze vanaf 1932 eveneens medicijnen maar uiteindelijk werd ze Egyptoloog, een van de eerste vrouwen die een carrière opbouwde in dat veld. Herta was een begaafd mens, sprak veel talen, schreef poëzie en dagboeken. In 1937 schreef ze zich in aan de Leidse universiteit, was toen van Rooms-Katholieke gezindte en werd ook lid bij Augustinus. Het belangrijkste onderzoek dat ze deed was naar de grafkapel van Hetepherakhty in het Rijksmuseum van Oudheden. Onderzoek dat door de oorlogsomstandigheden bepaald niet makkelijk was. In september 1940 kon ze daar niet meer verder mee: om onduidelijke reden zag ze af van een mogelijkheid om naar Amerika uit te wijken. De gedwongen verhuizing uit Leiden bracht haar via Bilthoven uiteindelijk in Eindhoven, waarvandaan ze in augustus 1942 naar Westerbork werd gedeporteerd, vlak voordat ze zou gaan onderduiken. Als vertaalster in de kampadministratie van Westerbork was ze, blijkens een bewaarde brief, relatief gelukkig en gevrijwaard van transport. Diverse pogingen uit de academische wereld om haar vanwege haar talent en verdienste uit het kamp te krijgen, liepen op niets uit. In januari 1944 werd ze zijdelings betrokken in een vage aantijging van corruptie. Ze lijkt zelf niets verkeerds gedaan te hebben maar het feit dat ze erover had gepraat met andere gevangenen werd door de kampcommandant gezien als een inbreuk op de kampdiscipline en gestraft met transport naar Auschwitz, een paar dagen na het vertrek van haar ouders. Ze overleefde daar een jaar, om uiteindelijk, in de context van de beruchte dodenmarsen te bezwijken, op een onbekende plek ergens in de laatste oorlogsmaanden. Haar academische netwerk in Leiden wist ondertussen in 1943 haar studie naar de Egyptische grafkapel te publiceren. Het boek is toen ook besteld door Duitse archeologische bibliotheken. De naam Mohr is niet typisch Joods…

Herta’s verhaal blijkt er een dat op verschillende momenten niet zo vreselijk had kunnen aflopen. Het mocht niet zo zijn. In ieder geval heeft haar in de knop gebroken carrière genoeg sporen nagelaten om de levens van deze bijzondere vrouw en haar ouders vandaag via deze steenlegging meer bekendheid te kunnen geven. Opdat wij niet vergeten.

Links:

* formeel vastgestelde datum maar dit is niet met zekerheid vast te stellen.

De Stichting dankt de gemeente Leiden, de Universiteit Leiden en de particulieren (de aanwezigen en zij die financiële steun gaven) voor het steunen en mede mogelijk maken van deze plechtigheid op 15 juni 2022.