Rachel (Chellie) Leeda

vorige naam / volgende naam / namenlijst

Deze pagina wordt momenteel geredigeerd. Correcties en aanvullingen kunt u melden aan de redactie, via webmaster@herdenkingleiden.nl

 

Rachel (Chellie) Leeda

21-1-1922 Amsterdam
overleefde de kampen
26-07-1959 Zeist

Weeshuisperiode:
25-9-1924 – 6-9-1933

 

 

Vader: Aäron Leeda, 7-11-1885 Amsterdam – 13-11-1942 Auschwitz
Moeder: Rebecca Levy, 14-9-1888 Londen – 25-6-1924 Amsterdam

Broers/Zus:
– Samuel (Sally), 9-10-1916 Londen – 15-12-1991 Hendon, Londen, Middelsex (27-3-1935 in Utrechts Centraal Israëlisch Weeshuis)
– Esther (huishoudster, gezinsverzorgster, wasvrouw), 5-9-1918 Londen – 28-09-1958 Amsterdam
– Abram, 22-8-1923 Amsterdam – 30-9-1942 Auschwitz (Abram zat in een Joods werkkamp en is op 17-08-1942 vrijwillig op transport gegaan naar Auschwitz (info kamp Westerbork)).

Vader hertrouwde op 20 november 1929 met Celina van de Kar Amsterdam (11-5-1904 – 20-3-1943 Sobibor). Hij kreeg samen met haar nog zes kinderen.

Biografie:

Aäron Leeda en Rebecca Levy huwden op 18 augustus 1913 te Londen. Aäron was stoffeerder/meubelmaker. Ze kregen vier kinderen en Rachel (Chellie genoemd) was het derde kind.

Chellie was twee jaar toen haar moeder overleed. De kinderen konden niet bij hun vader blijven wonen en er werd voor allemaal een oplossing gezocht. Voor Chellie werd dat het Joods Weeshuis in Leiden, ze kwam daar in 1924. Bijna negen jaar woonde ze in Leiden.
Op elfjarige leeftijd ging Chellie naar het Apeldoornsche Bosch, locatie Bas Backerlaan 16. Ze ging er tegelijk met de vier jaar jongere Sara Levie naar toe.

In de Amsterdamse politierapporten van 1940 wordt vermeld dat Chellie op 15 juni 1940 uit de inrichting van Apeldoorn was gevlucht. ‘Zij blijft om door personeel van die inrichting te worden afgehaald’. Ze had 2 gulden bij zich en ze was destijds hulp in de huishouding in Apeldoorn, aldus de registratie.

Ze vluchtte opnieuw uit het Apeldoornsche Bosch begin 1943. De zoon van haar zus Esther vertelt ons in 2022 dat Chellie door zus Esther geholpen werd om net op tijd weg te komen voor in januari 1943 het Apeldoornsche Bosch werd ontruimd.

Chellie verbleef nog enige tijd in Amsterdam maar kwam in april 1943 in Westerbork terecht. Ze ging niet direct op transport, het duurde tot begin 1944 voor zij, samen met haar zus Esther en het vierjarige zoontje van Esther, en ook tegelijk met Mindel Färber werd getransporteerd naar Bergen-Belsen (transport 11-1-1944). De zusjes Leeda en het zoontje van Esther werden op 17 november 1944 overgebracht naar Libenau. Ze overleefden de oorlog, net als hun oudste broer.

Hun jongste broer Abram overleefde de oorlog niet, net als hun vader, zijn tweede vrouw en de kinderen die in dit tweede huwelijk nog waren geboren.

Esther overleed plotseling in 1958, Chellie een jaar later.

In juli 2022 delen we de foto’s van (tante) Chellie, die op deze pagina staan, met de zoon van Esther.

Leiden, augustus 2022, Barbera Bikker

 

Foto’s/documenten:

April / mei 1933, vierde van links, naast Sally op zijn step, is Chellie Leeda.

 

Vierde van links vooraan, Rachel Leeda die Chellie werd genoemd.

Groepsfoto april/mei 1933 Chellie staat helemaal rechts

 

 

 

persoonskaart van Rachel

 

Teruggekeerd uit de Duitse Kampen, vermeld in Lijst A-30H, blz 253

 

vorige naam / volgende naam / namenlijst